Het is nu tijd…
Tijd voor een robuust en vrij toegankelijk stelsel van kinderopvang in samenhang met het basisonderwijs.
Zo’n 10 jaar werk ik nu in de kinderopvang, waarvan de laatste tweeëneenhalf jaar gecombineerd met onderwijs bij Blosse. Ik werk in de leukste en blije sectoren die je je kunt wensen. Niets te klagen toch? Ja, er moet me iets van ’t hart. Iets wat voor deze coronacrisis al een wens was, maar zich nu weer heel duidelijk heeft bewezen.
Eerst
Opvang en onderwijs zijn van oorsprong twee werelden met twee verschillende doelen en financieringsvormen. De kinderopvang is vooral gericht op kinderen van 0 tot 12 jaar van twee werkende ouders als arbeidsmarktinstrument in de private sector. Een sector die stap voor stap meer in beeld raakte als sector die bijdraagt aan de ontwikkeling van kinderen. Basisonderwijs richt zich op de kinderen van 4 tot 12 jaar vanuit de publieke sector en is vrij toegankelijk. Van oudsher is onderwijs gericht op de ontwikkeling en educatie van kinderen.
En toen
Al vele jaren terug hebben we binnen de samenleving ontdekt dat deze werelden samen zouden moeten gaan. Simpelweg omdat we te maken hebben met hetzelfde kind op dezelfde dag. Een sluitend dagarrangement is gewenst. Een ‘ontschot’ aanbod (doorgaande lijn) door de dag heen en door het leven heen van kinderen van 0 tot 12 jaar kan alleen als de werelden van opvang en onderwijs verbonden en gemengd zijn. Als er geen onnodige ‘knips’ in de dag, of in het leven van kinderen tussen 0-12 zitten, die maken dat zij energie verliezen (o.a. PACT voor Kindcentra, Pauline Slot). Energie die beter kan gaan zitten in de ontwikkeling van het kind zelf. De Nederlandse opvang – die zich kwalitatief kan meten met de beste in Europa- heeft zich bewezen als sector met een aanbod welke bijdraagt aan de ontwikkeling van kinderen. Zeker in de vroege kinderjaren maakt opvang het grote verschil, vooral in die gezinssituaties waar ouders laag opgeleid zijn.
De doelen van onderwijs en opvang komen mooi samen in Gert Biesta’s personificatie, socialisatie en kwalificatie. Beide sectoren, bij voorkeur in een mengvorm qua aanbod, dragen bij aan deze drie wezenlijke onderdelen in de ontwikkeling van kinderen.
En nu
En toen kwam de coronacrisis. Binnen Blosse hebben we dat als volgt opgepakt;
De noodopvang (ook onder schooltijden) is volledig georganiseerd door de collega’s van opvang. Zij begeleiden groepjes van maximaal vijf kinderen in aparte ruimten. Deze pedagogisch medewerkers zorgen op de dagen van de noodopvang ook voor het thuisonderwijs. Zij doen dit in de rol van ouders, zij zijn immers geen leerkrachten, maar krijgen wel ondersteuning indien gewenst van de collega’s van onderwijs. Vaak zijn dat leerkrachten of onderwijsassistenten die zelf geen vaste groep binnen het onderwijs hebben. Ouders die hun kinderen naar deze noodopvang brengen zijn heel blij met deze ondersteuning bij het thuisonderwijs. Dit zijn de ouders die in een cruciaal beroep werken en hun energie daar mee dan nodig hebben. Dan is het fijn om na een lange en intensieve werkdag nog even ‘gewone’ aandacht voor je kind te hebben, in plaats van nog aan de slag te moeten met het schoolwerk.
Het thuisonderwijs wordt gedaan (vrijwel altijd) vanuit huis door de leerkrachten van de eigen groep. Zij bieden het onderwijs op afstand. Doen instructies, voorzien kinderen van feedback op het geleerde, geven ouders tips in thuisonderwijs en hebben contact met de kinderen. Doordat er geen rol voor de leerkrachten is in het bieden van noodopvang, kunnen deze leerkrachten zich volledig richten op hun nieuwe tijdelijke rol. Hier steken zij alle energie in en spannen zich zoveel als mogelijk in om de op de loer liggende segregatie tegen te gaan.
Deze wijze van organiseren is in mijn visie opnieuw het bewijs van de synergie van deze werelden. Zelfs in crisistijd ontzorgen wij bij Blosse de ouders en doen we wat het beste is voor de kinderen.
En straks?
Maar ik heb ook zorg. Zo trots als ik ben op alle inspanningen die ik om mij heen zie in de realisatie van noodopvang en thuisonderwijs, ik houd ook mijn hart vast….Wat gaat er straks gebeuren in Nederland? Gaan we inderdaad in die economische crisis komen? Wat betekent dat voor de private kinderopvang? Verdwijnt in deze aanstaande crisis - net zoals enige jaren terug - de sector met zo’n 30%? Moeten we weer aderlatingen doen als het gaat om de spreiding en kwaliteit van het aanbod? Gaan we weer met de stofkam de begroting doorwerken om overeind te blijven? Wat gaat er gebeuren met de integratie van opvang en onderwijs? Worden de mooie voorzieningen en kindcentra die er nu zijn in rap tempo afgebroken? Net als het passende en rijke aanbod voor kinderen?
Mijn oproep aan de politiek
Maak van de kinderopvang een sector die in eenzelfde lijn gefinancierd wordt als die van onderwijs. Los van een hoog- of laagconjunctuur. Vrij toegankelijk voor alle kinderen.
Laat de kinderopvang, die zich nu opnieuw dubbel en dwars heeft bewezen in deze coronacrisis, niet in een economische neerwaartse spiraal terecht komen. Pedagogisch medewerkers hebben in deze coronacrisis de kinderen van de medewerkers in de cruciale beroepen begeleid en de kinderen die leven in kwetsbare thuissituaties. Deze medewerkers hebben mede gezorgd dat de maatschappij in de coronacrisis ‘gewoon’ door heeft kunnen draaien. Deze medewerkers hebben zich enorm ingespannen om voorwaardenscheppend het onderwijs de ruimte te geven het maximale te doen voor de kinderen in thuisonderwijs. Zij hebben direct bijgedragen in het zoveel als mogelijk voorkomen van segregatie.
Maar we moeten een afbraak van kinderopvangvoorzieningen zeker niet willen voor de kinderen en hun ouders. Hoe mooi is het om vanuit de narigheid en ellende van deze crisis te ontdekken dat dit de tijd is voor een structuurwijziging? Een wijziging die de samenleving vanuit de basis helpt? Kinderen zijn en blijven onze toekomst.
Ik heb nu mij hart gelucht. Dat helpt al. Zou het nog mooier vinden als de politiek mijn verzoek omarmt.
Bron: Blosse